Jaargang 38 nr. 2, februari 2023
![]() In 2022 kwam bij Skandalon een boek uit met als titel “BOVEN ONS IS ONDER ONS” van Prof. Rick Benjamins, hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit. Frits de Lange’s voorwoord is o.a.: “De moderne theologie doet meer dan afscheid nemen, ze zoekt constructief naar nieuwe wegen”. Dat sprak mij aan. Benjamins: “Boven ons is onder ons”, zo zegt hij zelf, sluit aan bij Harry Kuitert: “Al het spreken over Boven komt van beneden”. Wat wij, als goede gereformeerden, indertijd afdeden met, ‘afbraak-theologie’. Inmiddels zitten de meeste kerkleden, vooral de thuisblijvers, is mijn ervaring, met dezelfde vragen. Benjamins zegt daarover: de tijd was niet rijp; Harry Kuitert stond zelf óók gepokt en gemazeld in die Gereformeerde traditie, waar hij mee worstelde, maar niet los van kwam. Een nieuwe generatie als ik bijvoorbeeld, kan zonder last van dergelijke vastgeroeste tradities, voortborduren op wat hij te zeggen had/ heeft. Waar wij nu wel aan toe zijn. Want als men mij vraagt: Geloof je nog in God en hoe dan? Weet ik niet te antwoorden en stel ik tegenvragen zoals: Waarom vraag je mij dat? en hoe denk je zelf? Ach, dacht ik, (Tineke) ook hij dus.
Goed boek, maar bepaald geen makkelijk boek. Het is vooral een theologisch-wetenschappelijk boek en moeilijk leesbaar. Met ook nog eens vele richtingen filosofie er in verweven.Maar ook ik zoek naar antwoorden op die vraag. Die ik niet wetenschappelijk wil beantwoorden, maar vanuit mijn hart. Dit boek vol wetenschap heeft mijn zoektocht daarin wel bevredigd. Opnieuw: hoe leg ik dit uit? Ik doe een poging. Want het laat mij nooit los. A. Is het de opvoeding, of ben ik het zelf? Die vraag wor- stel ik al jaren mee en mijn antwoord is: ik ben in mijn jeugd daarin opgevoed, via mijn ouders, school en kerk. Daarnaast ben ik zelf aangeraakt. Ik weet nog precies het moment, ik was 14, en voor mij geloofsbepalend. B. Niet het weten was wat mij aanraakte, maar ‘het er mo gen zijn’, ondanks toen….. C. Benjamins leert mij, dat “Zijn” de eigenschap is van de goddelijke vonk. “Zijn” openbaart zich in de mens, naar de wereld, in de natuur, en alles wat daar mee samenvalt. Niet voor niets valt in Genesis te lezen, dat de mens de aarde moet bewerken en bewaren. Niets wetenschap. Zijn (God) heeft de zijnden (mensen) de aarde in handen gelegd. Denkende aan Mozes, bij de brandende braambos. “Wie bent U?” “Zijn die ik Zijn zal”! God is voor mij dan ook niet meer een persoon, maar een rechtvaardige - vredelievende kracht. ZIJN, die de zijnden in die beweging zet. Boven zichzelf uittillend. Zo ging Mozes doen waarvan hij dacht het niet te kunnen. Iets dergelijks overkomt ieder mens wel eens. Aangesproken worden, zoals Mozes daar bij het vuur. Mensen - als ze het willen,- kunnen dat. Niet de buitenkant, de dogma’s, de wetenschap, maar ZIJN is de drijfveer van binnen uit, die de zijnden aanspreekt. Jezus herhaalt die boodschap, edoch, hij wordt niet begrepen. Dat Koninkrijk van “ZIJN” is een goddelijk rijk, troostvol en vooroordeel vermijdend. Vrede en liefde en mensen gelijkwaardig benaderen. Niet de buitenkant, (dogma’s en wetenschap) de binnenkant, wordt door Jezus met ZIJN aangesproken. Altijd en overal. Geloof ik nog in God? Ja, maar niet (meer) in God als persoon. Mijn God is: “zal zijn.” Zijn kracht verstaan en er naar leven. “ZIJN”, bestaat bij wat mensen doen. God (Zijn) heeft de wereld in de handen van mensen gelegd. Zichtbare, tastbare mensen. ZIJN zelf kan dat niet. “ZIJN” zal er altijd zijn. Maar de aarde wordt enkel leefbaar bij de gratie van mensen, ‘ZIJN’, ‘zijnden’. Jongeren worden aangezet door “ZIJN”, om voor het milieu en klimaat te demonstreren. “ZIJN” is de aandrijver van al het goede. Ieder heeft dat bij de schepping meegekregen. Een ‘geweten’ is in de schepping meegebakken. Ik sluit af met een persoonlijke anekdote. In de vijftiger jaren aten wij buitenshuis; dat was uniek, er was nooit geld voor. Een broer van mijn vader trouwde die dag, ik denk dat mijn ouders geld van hem hadden gekregen, want we kregen ook allemaal nieuwe kleren. Wij aten vooraf aan de trouwerij, in een vol restaurant. Mijn moeder zag het blijkbaar aankomen en voor mijn vader (predikant) een gebed hardop wilde uitspreken, pakte moeder zijn hand vast en zei: “Jochum, de kok heeft er een gebed in meegebakken hoor” . Mijn vader luisterde naar haar. Ongelooflijk. Voor mij nu, baanbrekend voor mijn ‘geloven in’. Wat ‘ZIJN’ in zijn mensen heeft meegebakken. Wij noemen het God. Een voelbaar, goddelijk gebeuren. Geen persoon. Op grond van menselijke geloofsveranderingen zou ik nieuwe woorden in de liturgie wensen. Dat kan alleen als we daar eerst goed samen over spreken, over het waarom en het waartoe. In de huidige liturgie voel ik mij niet lekker, niet happy meer. Heel verdrietig, want mijn verlangen naar onderlinge gemeenschap, is groot. Verbinding met elkaar hebbend. Zouden thuisblijvers dat ook zo voelen? Foto: Redactieservice De Zalige Zalm, hazelaar, licentie: vrij te gebruiken | ||
terug | ||