jaargang 38 nr. 7/8 juli/augustus 2023

jaargang 38 nr. 7/8 juli/augustus 2023
Huub bleef geloven in de God zoals de Joden hem lazen en zagen. Bernard kon niet meer leven met de naam God zoals hem geleerd was in het Seminarie.
Beiden hebben daaronder geleden. Henk en ik zijn eens, toen we in Frankrijk waren, bij Bernard en Anneloe op bezoek geweest, die inmiddels in Frankrijk woonden. In het gesprek werd ons duidelijk hoe groot de kloof was en hoeveel pijn daar over en weer over was. Altijd samen opgetrokken.
Als priesters samen uitgetreden om de liefde. Huub bleef de Katholieke kerk trouw.
Hij liet zich er niet uitgooien. Daarentegen Bernard wel.
Huub zei later, toen we hem op een zang-dag erover spraken, hoe jammer hij het vond dat Bernard er niet meer over wilde praten. Ik hoop altijd nog dat het goed komt tussen ons. Wij waren zo hecht.
Henk zei toen tegen Huub: “Hij wil wel Huub, maar hij kan er niet over praten. Maar het ís goed.
Jullie hebben er beide verdriet om. Dat delen jullie. Die liefde zal altijd blijven, evenals de kloof door dit meningsverschil. Daar zullen jullie beide mee moeten leren leven”.
Bernard gaf ons, bij vertrek in Frankrijk, zijn toen net uitgekomen boek mee als cadeau:
“Met dank aan Gods nalatenschap”. De titel spreekt voor zich. Bernhard kon de teksten van Huub niet meer op muziek krijgen. Eerder verscheen van Bernard het boek: “Aan Gij voorbij”. Huub Oosterhuis zijn teksten gingen inmiddels aan hem voorbij. “Enkel te zingen zijt Gij”, zegt Huub Oosterhuis daarop.
Ondanks deze volzin is het, helaas, nooit meer goed gekomen tussen deze twee ex priesters. 
Huub Oosterhuis beleefde de naam ‘God’ uit de Joodse overleveringen, zoals in de Bijbel omschreven.
Een stem die het niet over zichzelf heeft, maar over de weduwen, de wezen en de vluchtelingen.
Dat onvoorspelbare idee, dat Solidariteit de zin van je bestaan is. Het leven is niet zinloos, er is hier iets te doen. Zo goed te zijn als God. (zie eerste gebod uit de tien geboden, mei editie.) God is te doen, zo begint Huub  in gebod 1. Niet als persoon. Maar als de stem voor allen die afhankelijk zijn van onze solidariteit. “GOD IS DOEN”. God is te doen……..

Toen Huub Oosterhuis overleed op Paaszondag belde mijn broer Reinder uit Zoetermeer mij. ”Zus” zei hij: “de Godsstem van onze generatie is stil geworden; wat nu?” Ik wist precies wat hij bedoelde.
Hij was het die ons in 1977 meenam voor een zangdag in de Dominicuskerk te Amsterdam.
“Henk”, zei hij, “dat is net wat voor jou” en dat bleek waar te zijn. In de Dominicus werden enkel liederen van Huub Oosterhuis gezongen, onder leiding toen van Bernard Huijbers.
Twee keer per jaar waren die zangdagen in de Dominicus. Eén in oktober als voorbereiding op kerst.
Eén eind januari, begin februari als voorbereiding op Pasen.
We hebben er vele zangdagen bezoch. Toen Bernard als dirigent en inspirator stopte, nam Tom Löwenthal de directie over. De uitleg, van de liederen, die Bernard als theoloog altijd zelf deed, werd overgenomen door theoloog Kees Kok. Het was even wennen, maar de samenwerking was prima.
Die periode was nogal langer dan de periode met Bernard Huijbers. We voelden ons dáár thuis!

20 mei 2023, een veertig dagen na Pasen, hebben ze, traditiegetrouw naar Oost-Orthodoxe  gewoonte, (naar analogie van Hemelvaartsdag) opnieuw afscheid genomen van Huub Oosterhuis. Met een Zang-dag, nu in Arnhem. Want de Dominicus was die dag al bezet. Met Kees Kok, Tom Löwental, Antoine Oomen, Tjeerd Oosterhuis, die de laatst geschreven teksten van Huub Oosterhuis op muziek zette.
Met Moniek Siermann, theoloog van Ekklesia De Zijp, Arnhem. De dag werd afgesloten met een Vesper, waarin een aangeleerd lied van vader Huub met compositie van zoon Tjeerd, terugkwam.
En zie, het was goed… tot zeer goed!  (ik kon er zelf helaas die dag niet bij zijn, maar ben zeer uitvoerig ingelicht door pastor Moniek Siermann).

En nu zus? zo vroeg mijn broer. Nooit meer nieuwe liederen. Die we ontvingen van Kees Kok. Die we bespraken op het Huub Oosterhuis Leerhuis. Nooit meer die vernieuwing.
Willen we doorgaan met dat Leerhuis, zullen we het met zijn nalatenschap moeten doen.
Zijn liederen veranderden enorm in de loop van de tijd. Altijd aangepast aan de huidige, nieuwe tijd.
Maar wat als rode draad door alle liederen bleef doorgaan, waren de woorden –gerechtigheid en vrede, vluchtelingen en daklozen, verschoppelingen en uitgestotenen.  Als een mysterie om het onzichtbare, zichtbaar te maken. Zijn liederen schreeuwen om recht voor alle mensen. Om ’s mensen SOLIDARIREIT!
 Want: “GOD IS DOEN” “God is té doen”. Wij kunnen hem nádoen. Dat leert mij, de naam ‘God’ dan ook maar weinig of niet te gebruiken. Daar is die Naam mij te heilig voor geworden.

Waar gebeurd verhaal: Een vrouw kwam bij de Rabbi; ze wilde de opleiding tot rabbi graag volgen.
Prima zei de Rabbi, wanneer wil je beginnen? Wacht even, zei de vrouw, ik wil eerst nog wat zeggen.
U moet weten, ik geloof niet in God. Wordt dat dan van jou gevraagd? was zijn antwoord.
Geloven zei de Rabbi? Geloven? Dat woord hoort bij het Christendom. Wij Joden hanteren dat woord niet.
Joden zijn enkel in vertrouwen zoekenden en doeners!

Foto: Strandfoto Delfzijl, google free


 
terug