|
Kerstboodschap van INLIA
Kerstboodschap van INLIA
Onzekere tijden Het zijn onzekere tijden. Er gebeuren uitzonderlijke dingen in ons land, in Europa en ook aan de andere kant van de oceaan. In de VS staan (mensen-)rechten en rechtsstaat onder grote druk, Trump chanteert Europa met heffingen die de economie bedreigen, de veiligheid die het NAVO-bondgenootschap ons zo lang verschafte, wankelt. Terwijl de oorlog in Oekraïne voortduurt, zaaien onbekende drones boven Europese vliegvelden angst en worden Europese verkiezingen via sociale media verder gemanipuleerd door onder meer Poetin. Ondertussen kampt ons land al jaren met dezelfde problemen op de bekende ‘dossiers’, zonder dat we enige vorderingen lijken te maken en ondermijnt desinformatie onze samenleving. Wat is waar, wat is niet waar? Baseren we ons handelen op feiten of op emotie? En wat zijn dan de feiten? Waarop kunnen we vertrouwen, wie kunnen we vertrouwen? De onzekerheid neemt toe, ervaar ik dagelijks om me heen. Ook vóór de verkiezingen was al duidelijk dat mensen gespannen zijn over wat de toekomst brengt. Voor hen, voor hun kinderen en hun kleinkinderen. Waar gaat het heen met het land? We weten allemaal hoe vervelend onduidelijkheid is. Ergernis neemt toe als je niet weet wat er komt of hoe het gaat lopen. Denk alleen al aan vertraging met bus of trein: als je niet weet hoe laat de volgende komt, is dat vervelend. Twee jaar politiek gedoe in Nederland, met een onzekere kabinetsformatie voor de boeg, zijn meer dan vervelend. Velen zijn teleurgesteld. Mensen kijken naar vreemdelingen, en met name asielzoekers, als de boosdoeners. Veel politici en media gaan mee in die beeldvorming of versterken die. Geen wonder dat mensen veronderstellen dat de woningnood te koppelen is aan asielzoekers. Het wordt hen door allerhande kopstukken met de paplepel ingegoten. Ik sprak onlangs nog iemand van een van de kerkgemeenschappen in onze achterban. “Asielzoekers krijgen toch allemaal voorrang bij woningen?”, vroeg hij. Ik legde uit dat gemeenten verplicht zijn om zogeheten statushouders te huisvesten: asielzoekers die hier mogen blijven en dus een verblijfsstatus hebben gekregen. Maar, vertelde ik: zij krijgen niet allemaal gelijk voorrang. Slechts een beperkt deel van de sociale huurwoningen gaat naar mensen met urgentie. Dat zijn niet alleen statushouders maar bijvoorbeeld ook gescheiden mensen, ex-gevangenen, zwangere vrouwen, mensen met medische problemen, jongeren in psychische nood en daklozen. Hoeveel sociale huurwoningen gaan er daadwerkelijk naar statushouders? De meest recente berekening dateert uit 2022: toen gingen volgens het CBS[1] 7 van iedere 100 woningen naar statushouders. Woonkoepel Aedes schat dat op dit moment gemiddeld 1 van de 10 sociale huurwoningen naar statushouders gaat - 9 van de 10 dus niet. Het is lokaal wel eens voorgekomen dat tijdelijk álle woningen naar statushouders gingen. De gemeente Utrecht maakte in 2022 een inhaalslag om de achterstand weg te werken. Zes weken lang gingen alle woningen (zo’n 230) naar statushouders. Anderen moesten 6 weken extra wachten, op een gemiddelde wachttijd in Utrecht van toen 11,1 jaar[2]. Op zo’n termijn lijkt zes weken extra wachten wel overkomelijk. “Fijn om te weten hoe het zit”, zei mijn gesprekspartner, “Maar toch even: waarom zouden we statushouders niet net als iedereen jaren laten wachten op huisvesting?” Los van de maatschappelijke gevolgen van het vertragen van inburgering, rekende ik voor welk logistiek probleem dit op zou leveren. Landelijk variëren de gemiddelde wachttijden voor woningen van 7 tot 12 jaar. We kunnen dus uitgaan van minimaal 7 jaar. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben in de afgelopen 7 jaar in totaal 150.980 mensen een verblijfsvergunning voor asiel gekregen[3]. Als al die mensen in een azc hadden moeten wachten op huisvesting, zouden we daarvoor 302 extra azc’s met een capaciteit van elk 500 plekken nodig hebben gehad. 302 Extra azc’s van 500 plekken, naast de bestaande azc’s voor asielzoekers die wachten op een beslissing. Als we het voortaan zo aanpakken: wie gaat die extra azc’s bouwen en waar? “Dat gaat niet lukken”, constateerde de man. Hij voelde zich gesterkt doordat hij nu de feiten had. Nu ik dit zo schrijf, moet ik terugdenken aan mijn Kerstgroet van vorig jaar[4]. Ook daarin hadden we het over de feiten en over opstaan voor de waarheid. Ook komend jaar, juist komend jaar, juist nu de onzekerheid blijft toenemen, zullen wij bij INLIA inzetten op de feiten. Dan kunnen mensen zelf hun conclusies trekken. Wij zullen u, onze achterban, meer dan ooit actief van feiten blijven voorzien. Zo kunnen we samen opstaan tegen onjuiste beeldvorming. Want door die beeldvorming, door hoe we in dit land praten over asielzoekers, komen we niet meer toe aan wat in mijn beleving de eerste vraag zou moeten zijn: doen we recht aan mensen? Met Kerst in aantocht mogen we één ding zeker weten: er is verlossing voor ons allemaal. Er is Iemand gekomen die naar ons allen omziet, ons de hand reikt, ons vergeeft en zegt: “Er is een plek voor jou”. Hij vraagt ons daarvoor enkel om ons hart open te stellen, om rechtvaardig en barmhartig te zijn. Ik wens u een Kerstfeest toe in die zekerheid, een Kerstfeest vol liefde, met open hart. Met warme groet, | ||
| terug | ||

