Jaargang 40 nr. 1, januari 2025
Zelenski wil ‘zijn’ wie ‘ze’ zijn: Oëkrainers in alle menselijkheid. Het antwoord dat Mozes in de braambos leest/ hoort is een start tot menswording. Zoals de ‘Levende’ mensen bedoeld heeft! Dat is ook, zo ervaar ik het, je boosheid en drift leren te beheersen. (Mozes in Egypte) Je ongemak met anderen eerst maar eens bij jezelf te zoeken. Ook Mozes. Zeker! “Zet Heer een wacht voor mijne lippen, behoedt de deuren van mijn mond”, zei ooit een docente tegen mij. Brrr….wat moet ik daar vaak aan denken. Hoe raak zij schoot……. Zijn die ik ben. WIE BEN IK DAN? Dat is de grote vraag waar o.a. Huub Oosterhuis, en met hem vele theologen, steeds op terugkomen. “Leven en laten leven.” In ’40-’45 was er een Kerkscheuring. Symbool voor mij: Om je eigen mening te willen doorzetten. De ander willen laten weten waarom jij op deze wijze gelooft. En, om je eigen gelijk te willen halen. Symbolisch, ja….want het is ook mijn strijd. Willen uitleggen waarom mijn geloof zo’n andere wending heeft bevochten? Je denkt dat die uitleg ook ten gunste voor anderen kan zijn. Ik ervaar aan mensen dat het al gauw ten nadele is. Dan maar zwijgen? ‘Zijn die ik ben’, vanaf mijn eerste ademhaling. Dat geloof valt mij zwaar. Willen worden ligt bij mij ruimschoots op de loer. Zijn en blijven die ik vanaf mijn geboorte ben, kent moeilijke en vaak onbegaanbare wegen. Die ik wel heb te belopen. Wie ben ‘IK’ dan? Wie ‘bén’ ik dan? ‘Wíé’ ben ik dan? Mijn 9 jaar jongere zus Greetje is jl. 31 oktober overleden. Haar poëzieboekje werd mij toegestuurd. Daarmee bezig zijnde dacht ik aan mijn eigen boekje. Ik kreeg het op mijn tiende verjaardag van mijn ouders. Kon niet wachten dat iedereen er in schreef. Eerst ouders, broers en zussen. Dan de vriendinnen, daarna alle meisjes-klasgenoten. Ongemerkt gaat dat toch op volgorde van aardig vinden. Eén van de laatsten aan wie ik het boekje gaf vroeg mij: “Weet je zelf ook een liedje die je graag in je poëziealbumboekje wil hebben?” Ik wist het meteen. Dat was in die tijd voor mij, -het allermooiste lied- van de wereld. Ik was 12 jaar. Ik zou het nu anders vertalen. Meer voor álle mensen. Oorspronkelijke vertaling
Ik ging googelen wie dit lied had geschreven. Ik vond het; het is Jacoba Mossel uit de negentiende eeuw. Ze leefde van 1859-1935. De eerste gediplomeerde godsdienstonderwijzeres in Nederland. Zo staat zij te boek. Via haar kwam de eerste liedbundel voor de Zondagschool uit. Ze was ook de eerste vrouw in Nederland die op de preekstoel stond. In de Vrijzinnige Kerk in Amsterdam (niet in een Gereformeerde natuurlijk). Haar hele levensweg is op Google terug te vinden. En dat is nogal een weg geweest. Strijder voor het vrouwen kiesrecht, gelijkwaardigheid man/vrouw. Pleiten voor vrouwen in de kerk en noem maar op. Een heel bijzondere, interessante vrouw die o.a. het lied schreef; Kind’ren van één Vader. Meerdere liedbundels kwamen van haar hand. Ze begon er mee omdat er nog geen Chr. kinderliederen bestonden. Zij kwam zo in mij terug. Gelijkwaardig, ieder in onze eigen tijd. Ik denk dat zij nu 2024, Vader ook had vertaald in Aarde. Zo voel ik dat. “Ik ben die ik ben, zijn die ik zijn zal”. ‘WIE BEN IK DAN?’ Ik heb afgelopen weken nogal ‘ben en zijn’ in mensen ontmoet. Via poëziealm-boekje Anneke de Boer uit Rottevalle. En Jacoba Mossel uit Amsterdam. Maar letterlijk velen, die met mij gemis en verdriet deelden. Kwetsbaarheid toonden. Of op bezoek kwamen. Tijdloze tijd. Ik omarm het, koester het, wat een rijkdom. Ik mag zijn die ik ben. Deel uitmaken in dat ‘Ben’ en ‘Zijn’. Want ‘worden’ zal het nooit. Iemand vulde het haarscherp aan met: “Het gaat niet om wát iemand is, maar om wié iemand is.” In dat ZIJN wensen wij elkaar, in al onze gebrekkige verbondenheid: Een gelukkig, gezond, menselijk en goed 2025 toe. Blijvende troost in - ‘ík ben’ en in ‘ik zal zijn’. Foto: Wikimedia Commons, roodborstje in de sneeuw, licentie: GNU Free Documentation License | ||
terug | ||