Leven in verbondenheid Leven in verbondenheid
Thema van de dienst  op 15 september 2024.
.Piet Lanting sprak tijdens deze dienst de hierna volgende tekst uit.
Vandaag een dienst in de Farmsumer Kerk. Zoals u wellicht weet is deze kerk een Rijksmonument. Vandaar dat we deze dienst houden in het kader van Open Monumentendag, die gisteren was. Het thema van deze Open Monumentendag is: ‘routes, netwerken, verbindingen’. Welke route heeft ons ooit in deze Farmsumer Kerk gebracht?
Was dat een individuele route of liep deze via onze netwerken: onze ouders, voorouders, schoolvrienden of andere contacten? Wij volgen vanmorgen een route vanuit het verre verleden, dáár waar ooit het geloof in dit gebied is binnen gekomen. Met hen - de gelovigen die ons voorgingen - weten wij ons verbonden.
Vele voetstappen zijn hier in deze kerk  of in de kerken die eerder op deze plek werden gebouwd, gezet. Laten we terug gaan naar het begin. Dat zal in de 8e eeuw geweest zijn, toen Liudger, een zendeling, dit gebied heeft bezocht.                                                   En zelfs, naar alle waarschijnlijkheid, hier de eerste kerk heeft gesticht. We denken in opdracht van Bonifatius, die later in het jaar 754 in Dokkum is vermoord. Deze eerste kerk zal onherroepelijk een kleine houten kerk geweest zijn met een kleine kerkgemeenschap in een probleem gebied, dat regelmatig door hoge waterstanden werd bedreigd of overspoeld. Om droge voeten te houden werden omstreeks de  vroege middeleeuwen wierden opgeworpen.
Farmsum bestond uit diverse aaneengegroeide huiswierden. Aan de zuidzijde van het dorp verrees in het begin van de 13e eeuw het Huis te Farmsum, later de zogenaamde  ‘Ripperda borg’en iets later werd de eerste kerk vervangen door een fraaie romano-gotische, overwelfde kruiskerk, gebouwd op de hoogste wierde . In de 15e eeuw is de kerk vergroot met een veelzijdig gesloten koor en zijbeuken.Ten noorden van het koor was een overwelfde sacristie met een schatkamer er boven.
Helaas zijn er van dit interieur geen foto’s in ons bezit. Farmsum was een zeer oude proosdij en viel onder het bisdom van Munster.
De beeldenstorm van 1566, voorbode tot de Reformatie,
 is de kerk voorbij gegaan, dankzij het optreden van Jacob Ripperda. Vanaf 1559 bestond op veel plaatsen in het Groningerland een groeiende belangstelling voor de Hervorming. Zo ook in Farmsum. Pastoor Hermannus Mullerus van Farmsum preekte in de landstaal en wilde geen Latijnse missen meer bedienen. Hij werd daarom door de bisschop van Munster uit het ambt gezet.
Ook de boeken en geschriften van zijn hand werden in opdracht van de bisschop verbrand. In 1595 is hij na omscholing, beroepen als gereformeerde predikant van de Farmsumer Kerk. De Reformatie in Farmsum was een feit. Omstreeks 1655 stond men in Farmsum welgezind tegenover de joden en kwam met medewerking van de kerkenraad de eerste Joodse begraafplaats in de provincie Groningen tot stand. In 1814 werd door het beleg van de Fransen gedeelten van Farmsum vernield en in brand gestoken en ook de kerk en de pastorie liepen beschadigingen op. De oude romano-gotische kerk is in 1868 afgebroken en de huidige Farmsumer Kerk werd in 1870 in gebruik genomen. Op het doen en laten van de ouderlingen, diakenen en kerkrentmeesters in de kerk werd toentertijd goed gelet. Als ze niet of niet vaak genoeg in de kerk kwamen, volgden reprimandes van de kerkenraad. Verder golden in die tijd regels die nu gelukkig niet meer gelden. In 1833 bepaalde de kerkenraad dat ‘onechte’ kinderen (bastaards) niet tegelijk met ‘echte’ kinderen mochten worden gedoopt. Hieruit blijkt wel dat Farmsum van oudsher een tamelijk rechtzinnige gemeente was.
De vrijzinnigen waren in de minderheid. Toch heeft men het bij de bouw van de kerk aangedurfd de drie reformatoren, Zwingli, Luther en Calvijn  gezamenlijk in een nis boven de uitgang bij de toren te plaatsen. Zij vertegenwoordigen de  vrijzinnigen, midden orthodoxen en rechtzinnigen. Allen bleken welkom in de kerk. In het begin van de 20e eeuw begon zich een duidelijk vrijzinnige stroming af te tekenen. Maar toen ds. Pelinck in 1913 als predikant vertrok werd een benoemingscommissie samengesteld die tegen de verwachting in en tot teleurstelling van het vrijzinnige deel van de kerkelijke  bevolking  de aarts orthodoxe ds. Rijpma benoemde. De orthodoxen verweten de vrijzinnigen een slapheid in woord en gebod. Die verdeeldheid in rechtzinnig en vrijzinnig, die ook  in de andere dorpen zoals Heveskes, Oterdum, Weiwerd en Meedhuizen speelde, zou de 5 dorpen bij de samenvoeging in de 60-er jaren van de 20e eeuw veel hoofdbrekens kosten.
Toch vond de definitieve samenvoeging plaats 1968. De oorlogsjaren van 1940-45 zijn ook voor de Hervormde gemeente niet zonder slag of stoot voorbijgegaan.
Ds. Van de Flier verborg Joden  onder de vloer van zijn werkkamer van de pastorie en er zaten ook Joden ondergedoken in de hoge kerkbank hier in de kerk van de kerkvoogdij. Tijdens de oorlog en ook de jaren er na  was de kerk zondags goed bezet. Op woensdag 2 mei 1945 brak na de hevige strijd rondom  Farmsum de laatste  Duitse tegenstand op het vaste land in Nederland.  De 400 soldaten die zich in de kerk hadden verschanst, verlieten ’s morgens de Farmsumer Kerk en werden krijgsgevangen genomen. Tot 2005 is de Hervormde/Protestantse Gemeente van Farmsum zelfstandig geweest, maar door de kerkverlating en natuurlijk verloop werd de gemeente te klein om zelfstandig te blijven en werd met gemengde gevoelens de samenvoeging met de Protestantse Gemeente Delfzijl een feit. Samen op weg, van Noord, West, Oost en Zuid, naar een nieuwe kerkgemeenschap, in de kerk met het kruis, op weg naar het Koninkrijk van God. Levend in verbondenheid.
Zoals we nu samen zingen :
Door God bijeen vergaderd, één volk dat Hem behoort.
Als kindren van één Vader; één doop, één Geest, één woord….


 


 
terug