Kunst in de kerk
Kunst in de kerk
En daarnaast geven ze waarde omdat als je oma bent dit echt bijzonder is Dit ervaar ik als lid van de kerk maar ook er buiten Ik geef de verfkwast door aan Tjerk de Vries Tijdens een kerkdienst in Farmsum (in coronatijd) zongen we met een aantal zangers een prachtig lied van Huub Oosterhuis: Die mij droeg op adelaarsvleugels Die mij hebt geworpen in de ruimte en als ik krijsend viel mij ondervangen met uw wieken en weer opgegooid totdat ik vliegen kon op eigen kracht Dat inspireerde mij tot het maken van dit schilderij. De arend wekt zijn broedsel op, dat wil zeggen dat hij zijn jongen op de bestemde tijd uit hun vertrouwde nest, waar ze zich veilig voelen, werkt. Hij gaat daarbij niet zo voorzichtig te werk. De arend begint het nest te vernielen door de takken etc. los te trekken, daarna duwt hij de jongen over de rand van het nest zodat ze gedwongen worden om te vliegen, want de nesten zijn bijna altijd op hoge plaatsen op rotsen of in bomen gebouwd. De jonge arenden hebben nog nooit gevlogen, maar moeten nu hun vleugels gebruiken. Als de moederarend ziet dat de kleine het niet redt, dan zweeft zij onder het jong, spreidt haar grote vleugels uit en vangt het jong op haar rug op. Daarna vliegt ze omhoog en laat de kleine weer vallen, net zo lang totdat de jonge arend zelf kan vliegen. In de bijbel wordt God wel vergeleken met een arend, zoals in Deut. 32:11 ’Als een arend, die zijn broedsel opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn wieken uitspreidt, er een opneemt en draagt op zijn vlerken’. Het volk Israël is verlost uit Egypte en door de woestijn naar de grens van Kanaaan getrokken. Door hun ongehoorzaamheid duurde het 40 jaar voor ze het beloofde land mochten intrekken. Al die jaren is de Here hun nabij geweest en heeft Hij voor hen gezorgd, zoals een arend zorgt voor zijn jongen, dat is de vergelijking die Mozes hier maakt. We kunnen dit vers ook toepassen op ons eigen leven. Tjerk de Vries | ||
terug | ||