Hoe onze gemeente ervoor staat: een ‘foto’ anno 2022 Hoe onze gemeente ervoor staat: een ‘foto’ anno 2022

Getallen die spreken
Als startpunt bij het schrijven van een nieuw beleidsplan heeft de ‘commissie beleidsplan’ een momentopname gemaakt van onze gemeente: hoe staan we er anno 2022 voor? Wat opvalt aan onze gemeente is dat zij naar verhouding veel oudere leden telt, meer dan op grond van de samenstelling van de bevolking van Delfzijl mag worden verwacht. Het aantal leden boven 65 jaar is naar verhouding groot, het aantal jongeren (0-18 jaar) heel klein en ook de ‘middenmoot’ (18 tot 65 jaar) is ondervertegenwoordigd. Op 1 januari 2022 heeft onze gemeente 1.257 leden. Tien jaar terug, op 1 januari 2012 waren er 2.247 leden, een daling van 990 leden (44%). Gemiddeld genomen daalt ons ledental per jaar met ± 5%.  Uit een recente berekening van onze ledenadministrateur Kees Straatman voor de komende periode 2023-2030 blijkt dat het percentage van de leden onder de 65 verder gaat afnemen en het percentage 65+ gaat toenemen. Was het percentage 65+ in 2012 nog 43%, dit jaar (2022) is dat gestegen tot 60% en wanneer Kees deze trend doorberekent naar de toekomst is dat in 2030 gestegen tot 72%. Dit gaat ongetwijfeld consequenties hebben voor de inzet van ons pastoraat, want voor het pastoraat aan ouderen geldt dat dit bijna altijd in een één-op-één situatie plaatsvindt. Uit bovenvermelde cijfers blijkt dat de pastorale belasting voor wat betreft 65+ in 23 jaar tijd meer dan verdubbeld zal zijn.
Een karakterschets
Naast de getallen (kwantiteit) valt er ook iets te zeggen over het karakter van onze gemeente. De kerkenraad typeert onze gemeente vooral als ‘een krimpende gemeente die met man (mens) en macht alles gaande weet te houden, maar hoe lang nog?’ En wat er in de samenleving speelt, zien we ook terug in onze gemeente. De PKN-visienota ‘Van U is de toekomst’ benoemt dat in Nederland mensen ‘klagend gelukkig, onzeker, op zoek naar zin, druk-druk-druk en gepolariseerd zijn’. Met name onzekerheid over de toekomst en weinig tijd hebben, komen we ook bij onze gemeenteleden tegen. Vandaar dat het actieve deel van onze gemeente vooral bestaat uit gemeenteleden met de leeftijd 65-plus. Het is moeilijk om vrijwilligers te vinden onder de 65 jaar omdat zij vaak druk zijn met hun werk (meer arbeidsparticipatie door verhoging van de pensioenleeftijd en tweeverdieners).
Bestuurskracht neemt af
In onze gemeente vinden we in het algemeen voldoende vrijwilligers als het gaat om de uitvoering van praktische zaken zoals de commissies die het koffiedrinken verzorgen, het onderhoud van de tuin doen, contactpersonen die kerkpost rondbrengen, vrijwilligers die koster zijn, etc. Wat ons de laatste jaren nauwelijks meer lukt is het vinden van vrijwilligers die willen meedoen in de kerkenraad. Begin april namen we afscheid van vier diakenen en twee kerkrentmeesters, slechts een diaken werd bevestigd, ondanks dat we meerdere gemeenteleden benaderden voor deelname in de kerkenraad. Daarmee neemt de bestuurskracht in onze gemeente in redelijk snel tempo af. In de PKN-nota “Kerk 2025: waar een Woord is, is een weg”, waarin op hoofdlijnen de toekomst van de kerk wordt geschetst, constateren de schrijvers dat het nodig is terug te gaan naar ‘de kern van kerkzijn’ en wat daarvoor nodig is. Op een of andere manier is een te ‘dikke’ organisatie ontstaan, die dreigt doel in zichzelf te worden. Een lichtere vorm is nodig die voortdurend is gerelateerd aan de kern van kerkzijn: het evangelie, de geloofsgemeenschap en de zending van de kerk. Voor onze gemeente hebben wij de kern verwoord in onze missie: ‘we willen een gemeenschap zijn, waarin verlangen naar God gewekt en gevoed wordt’. Nu de bestuurskracht afneemt staat onze gemeente voor de uitdaging om in de komende tijd te zoeken naar die lichtere organisatie die passend is bij de kern van ons kerkzijn.
Jongeren
Over het hierboven genoemde ‘op zoek naar zin’ merken we op dat onze kerk voor bepaalde doelgroepen niet aansluit bij de zoektocht naar zingeving. Zeker niet bij het verlangen van jongeren, hun belevingswereld is heel anders. Volgens de hierboven aangehaalde nota “Kerk 2025” kunnen jongeren zich ook moeilijk identificeren met de kerk in de huidige organisatievorm. Zij doen dat liever met iets dat direct te maken heeft met het samen beleven en uitdragen van geloof, in woord en daad.  

Samenwerken op lokaal en regionaal niveau
We inventariseerden ook of en hoe onze gemeente samenwerkt met anderen. Onze gemeente is geen eiland in de samenleving, maar een gemeente die actief samenwerkt met anderen. Op lokaal niveau is dat in het Interkerkelijk Diaconaal Platform Delfzijl en in het Pastores Convent (het overleg van voorgangers in de kerken in de voormalige gemeente Delfzijl), op regionaal niveau werken we samen in de werkgemeenschap van beroepskrachten (predikanten en kerkelijk werkers) en in de classis Groningen-Drenthe. Ook in het zeemanspastoraat in de Eemshaven werken we samen met andere kerken.  Verder merken we op dat er nogal wat gemeenteleden zijn die zich op persoonlijke titel actief inzetten voor maatschappelijke organisaties voor welzijn zoals de Voedselbank Eemsdelta en Welzijnsinstelling Cadanz.
Een financieel tekort
Financieel gezien schrijft onze gemeente sinds 2019 rode cijfers. Het jaarlijks begrote tekort bedraagt inmiddels ruim € 100.000, - .Waarbij we, voor de goede orde, opmerken dat de kosten voor de verbouwing van de Kruiskerk hier geheel buiten vallen. Voor het boekjaar 2021 blijkt het begrote tekort overigens flink mee te vallen, mede doordat de opbrengst van de actie Kerkbalans in 2021 veel hoger is uitgevallen dan begroot. We vinden dit een heel mooi resultaat, waar we met elkaar best heel trots op mogen zijn. En dat ook verwachtingen voor de nabije toekomst schept.  Hoe dan ook is de verwachting reëel dat bij ongewijzigd beleid de tekorten jaarlijks verder zullen oplopen. Naast de afname aan bestuurskracht kunnen we het jaarlijkse financiële tekort benoemen als een tweede uitdaging waar we in de komende beleidsperiode mee aan de slag moeten door keuzes te maken die leiden tot inkomsten en uitgaven die met elkaar in balans zijn.
Tenslotte
Met deze momentopname schetst de commissie beleidsplan een startpunt voor het nieuw op te stellen beleid voor de komende jaren. We vinden het als commissie belangrijk om deze momentopname via het Kerkblad met u te delen. Daarnaast organiseerde de commissie op 24 april jl. een gemeenteberaad, waarin gemeenteleden hun verlangens voor de toekomst hebben kunnen uitspreken en met elkaar kunnen delen. Elders in dit Kerkblad leest u meer over de uitkomsten en geformuleerde speerpunten uit dit beraad.
In de komende maanden krijgen de taakgroepen Pastoraat en Vieren Vormen en de Colleges van Diakenen en Kerkrentmeesters en de Kerkenraad de gelegenheid hun voornemens voor de toekomst op papier te zetten. In het najaar voegen we de hierboven beschreven beginsituatie, de geformuleerde speerpunten uit het gemeenteberaad en de voornemens van de verschillende groepen samen tot een nieuw beleidsplan, dat we vervolgens in een gemeenteberaad zullen gaan bespreken.
Namens de commissie beleidsplan,
Frans Geluk, voorzitter
 
terug