Terugblik op een prachtige dag
Terugblik op een prachtige dag
Het is maandagmorgen. De wind raast om het huis. Dat krijg je dicht bij zee. Dan gaat het ook gelijk stormachtig tekeer. Binnen is het lekker warm. En bij het rustgevende getik van de klok dwalen mijn gedachten af naar gisteren. De zondag van de verbintenis. Een stralende dag. Niet dat het weer zoveel beter was dan vandaag. Maar de hartelijkheid waarmee ik welkom ben geheten door zoveel gemeenteleden, maakte dat het een zonnige dag werd. Een zee aan bloemen is daarvan het tastbare teken. Pas na de dienst kreeg ik door dat alle gemeenteleden een bloem hadden meegebracht die een plaatsje kreeg in één van de vele vazen die daarvoor klaarstonden. Nu staan ze te pronken in de kamer. Het is een lust voor het oog. Zoveel verschillende kleuren en soorten. Een afspiegeling van onze gemeente die ook bestaat uit allemaal verschillende leden. Daarover ging ook de overdenking aan de hand van het verhaal van de torenbouw van Babel uit Genesis 11. Ik legde uit dat het niet Gods bedoeling is dat alle mensen hetzelfde willen en doen, n.l. een toren bouwen tot in de hemel om zich een naam op aarde te maken. De mensen in Babel hadden geen keuzevrijheid meer. Ze moesten meedoen aan de bouw! En wie dat niet wilde viel buiten de boot. Dit was God een doorn in het oog. Daarom verspreidde Hij de torenbouwers over de aarde. Met als doel hun verscheidenheid tot zijn recht te laten komen. Zo had God de mens bedoeld. Elk mens anders en uniek. Zodat jij er mag zijn met jouw mening en voorkeuren en geloof en taal. Dat wil niet zeggen dat wij maar op een eilandje moeten leven zonder ons iets van een ander aan te trekken. In al onze verscheidenheid zoeken wij naar herkenning bij elkaar en naar wat ons verbindt. Ik besloot de preek met deze woorden: Zo wil ik met u en jou op weg gaan. In deze gemeente die nog maar net één geworden is en waarin nog zoveel verscheidenheid is die nog verkend en gezien wil worden. Een verscheidenheid die er mag zijn! Die heilzaam is, die aanleiding geeft tot gesprek. Die onze blikrichting verruimt, zoals wanneer we boven op een toren staan en om ons heen en naar beneden kijken. Dan zien we een bonte verzameling mensen, zoals God het heeft gewild. Maar die ook met elkaar verbonden wil zijn op vele manieren en op zoveel verschillende plaatsen. In deze verbintenisdienst, klonken niet alleen woorden. Ook prachtige muziek maakte er deel van uit. Mijn man Eelco is lid van Brassband Heman uit Zuidwolde. Deze band was voltallig aanwezig – Eelco speelde mee – en bracht enkele mooie stukken ten gehore. Sopraan Gera van der Hoek zong de schriftlezing uit Handelingen 2: 7-12 die haar man Kees Steketee op muziek had gezet. Kees bespeelde ook het orgel. Later in de dienst zong Gera ‘het Onze Vader’ als afsluiting van de voorbeden. Het was prachtig. Dat mijn collega uit Haren, ds. Ybo Buurma, waarmee ik twee hele fijne jaren mocht samenwerken mét mij de dienst leidde, maakte het voor mij speciaal. Dit voelde goed en vertrouwd. En dan was er nog de ontbinding van de beroepingscommissie door voorzitter Tjerk de Vries. De leden van de beroepingscommissie waren de eersten uit de gemeente waar ik kennis mee maakte tijdens de fijne gesprekken die wij hebben gevoerd. Ook van mijn kant veel dank voor de wijze waarop we elkaar meerder malen mochten ontmoeten en leren kennen. Tenslotte was er een woord van dank door Tjerk voor de consulent ds. Gerard Knol. Die vervolgens namens zichzelf en de collega’s van de werkgemeenschap een hartelijk welkomstwoord sprak. Als allerlaatste werd ik door Tjerk toegesproken. In zijn toespraak refereerde hij aan de tijd in 2004 dat ik bij ds. Roel Kloosterziel mijn leervicariaat deed in de Ark in Delfzijl noord. En toen was er koffie, met een heerlijk gebakje erbij wat versierd was met een Anker. Waar ik amper aan toe kwam omdat de rij mensen die mij even de hand wilde schudde alsmaar groter werd. Ik kan gerust zeggen dat ik mij meer dan welkom voel in uw, nu onze, gemeente. Ik ga vol goede moed aan het werk. Ds. Marja de Jager | ||
terug | ||